Nieuw vennootschapsrecht | Deel 4: Het bestuur en zetelleer

— Updates | Andere — 3 minuten leestijd


Het doel van dit artikel is de belangrijke wijzigingen die inzake bestuur door het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen ("WVV") worden aangebracht te bespreken. 

Ter herinnering, de regels betreffende de oprichting van een vennootschap zijn gewijzigd. De verplichting van een startkapitaal dat vereist was voor de oprichting van een BVBA is immers niet langer van toepassing op de BV (en hetzelfde geldt voor CV's). Voor NV's geldt echter nog steeds een startkapitaal van 61.500 euro. Wat de wijzigingen betreft die van invloed zijn op zowel de NV als de BV: deze kunnen nu door één enkele persoon worden opgericht, namelijk een rechtspersoon of een natuurlijke persoon. Deze wijziging is niet van toepassing in het geval van een CV waarvoor altijd een minimum van 3 personen vereist is voor de oprichting, en voor de maatschap waarvoor een minimum van 2 oprichters vereist is. 

Ook de stemregels zijn gewijzigd. Voortaan is het meervoudig stemrecht toegestaan in niet-beursgenoteerde naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen. In het algemeen geeft elk aandeel de houder ervan immers recht op één stem, maar de statuten kunnen van deze regel afwijken en bepalen dat:

i. Sommige aandelen meerdere stemrechten hebben.
ii. Sommige aandelen geen stemrecht hebben.
iii. Sommige aandelen alleen stemrecht hebben in specifieke situaties. 

Bovendien kunnen de statuten in de NV's ook voorzien in een dubbel stemrecht als beloning voor trouwe aandeelhouders. Ten slotte kunnen aan de aandelen verschillende waarden worden toegekend. Al deze veranderingen maken het mogelijk om het zeggenschap flexibeler te verdelen in de vennootschap. Er moet echter worden opgemerkt dat voor beursgenoteerde vennootschappen de statutenwijzigingen met betrekking tot het stemrecht een meerderheid van 75% van de stemmen moeten krijgen. Voor niet-beursgenoteerde ondernemingen is deze meerderheid 66%. Daarnaast is het maximum aantal stemmen per aandeel 2 en moeten deze stemmen gedurende twee opeenvolgende jaren door de betrokken aandeelhouder worden gehouden. 

Het nieuwe wetboek vermindert de aansprakelijkheid van de bestuurders om buitenlandse ondernemers naar België aan te trekken en zo diens concurrentiepositie te verbeteren. Zo schrijft het nieuwe Wetboek nu een dubbele toetsing van de liquiditeit en het nettovermogen voor alvorens de winst uit te keren, om te voorkomen dat bestuurders overmatig aansprakelijk worden gesteld. Bovendien is de aansprakelijkheid van de bestuurders voor wanbeleid of schendingen van de wet en de statuten nu onderworpen aan een minimum- en een maximumbedrag, afhankelijk van de omvang van de onderneming. De bestuurdersaansprakelijkheid van een vennootschap die als "groot" wordt beschouwd, kan bijvoorbeeld tot een maximum van 12 miljoen euro oplopen. De beperkingen waarin de nieuwe wet voorziet, zijn echter in bepaalde gevallen niet van toepassing, zoals bijvoorbeeld ernstige belastingontduiking. 

Een andere belangrijke verandering is de overgang van de doctrine van de werkelijke zetel naar de doctrine van de statutaire zetel, met automatische inwerkingtreding op 1 mei 2019. Voorheen was het toepasselijke vennootschapsrecht afhankelijk van de "voornaamste vestiging" van de rechtspersoon. Zoals veel omringende landen (Verenigd Koninkrijk, Nederland, Zwitserland, Ierland, Duitsland en Ierland), zal ook België nu de doctrine van de statutaire zetel toepassen. De rechtspersoon valt voortaan dus onder het vennootschapsrecht van het land van de statutaire zetel die hij in zijn statuten omschrijft. Deze wijziging heeft een tweeledig doel: de Belgische ondernemers in staat stellen hun onderneming in het buitenland te vestigen en België aantrekkelijker maken als vestigingsland voor buitenlandse ondernemingen. In de praktijk betekent dit dat Belgische ondernemingen die hun "voornaamste vestiging" naar het buitenland verhuizen, onderworpen kunnen blijven aan de Belgische wetgeving. Ook buitenlandse vennootschappen die hun hoofdzetel naar België verhuizen, zullen niet automatisch onderworpen zijn aan de Belgische wetgeving, maar blijven binnen het toepassingsgebied van de wetgeving van hun land van herkomst. Vennootschappen kunnen nu kiezen welk recht op hen van toepassing is volgens hun behoeften en voorkeuren, wat leidt tot meer vrijheid van vestiging en rechtszekerheid. We dienen echter te onderlijnen dat deze belangrijke wijziging van het vennootschapsrecht geen gevolgen heeft voor andere rechtsgebieden, met name het fiscaal recht. De werkelijke zetel blijft immers de doorslaggevende factor om te bepalen of een vennootschap als een Belgisch fiscaal inwoner moet worden beschouwd.

Elke week wordt een nieuw artikel omtrent het nieuwe vennootschapsrecht gepubliceerd, blijf dus zeker onze nieuwsbrief volgen!