Ondernemingszin is de levensader van economische groei, en stoutmoedige innovatieve geesten zijn de drijvende krachten achter maatschappelijke vooruitgang en economische welvaart. Deze realiteit krijgt, hoewel algemeen erkend, niet altijd prioriteit in academische of regelgevende kringen. België in het bijzonder heeft een lange weg af te leggen als het gaat om de ontwikkeling van een cultuur van ondernemingszin. Een onderzoek uit 2016 stelde vast dat, van de 15 EU-lidstaten, België de laatste plaats bekleedde in de categorie ‘ondernemerscultuur’.
Om een ondernemingscultuur te stimuleren is het noodzakelijk de mentaliteit van een ondernemer te begrijpen.
Succesvolle ondernemers zijn vaak de meest tegendraadse krachten in hun bedrijfssector. Er is een specifiek type individu vereist om succesvol een zakelijke onderneming op te starten, en daarbij volstaat het niet om de regels van het spel te volgen. De bedrijfswereld moedigt roldoorbrekend positief gedrag aan door het stimuleren van ‘out of the box’-denken om nieuwe ideeën, producten en markten te creëren.
Academici hebben dit fenomeen bestudeerd en ontdekten een relatie tussen gematigde vormen van regelbrekend gedrag tijdens de adolescentie en een aanleg en ambitie voor ondernemerschap. Criminaliteit en familie- en schooldelicten maken deel uit van dit gematigd regelbrekend gedrag. Deze relatie wordt gedreven door de duurzaamheid van risicotolerantie bij toekomstige ondernemers. Indien het bevestigd wordt zou dit levenslang volhouden van risicogevoelig gedrag kunnen gebruikt worden om ondernemerspotentieel in een maatschappij aan te moedigen en te stimuleren.
In een poging om roldoorbrekend gedrag als een voorspellende indicator van ondernemerschap te controleren, heb ik een kwalitatief onderzoek uitgevoerd bij ondernemers die actief zijn in vanuit België opererende online service-startups. De steekproef van ondernemers en niet-ondernemers speelde een loterijspel om hun risicogedrag te kunnen onderzoeken en nam deel aan extensieve semigestructureerde interviews om te peilen naar hun roldoorbrekende gedrag tijdens de adolescentie.
Zoals dat meestal het geval is blijkt de waarheid niet zo helder als de hypotheses vaak suggereren. De data suggereert dat risicogedrag niet monolithisch is. De variatie tussen ondernemers en niet-ondernemers is sterk afhankelijk van het type risico. Niet-ondernemers vertoonden een hogere tolerantie tegenover recreationele, sociale en gezondheidsgerelateerde risico’s, terwijl ondernemers hoger scoorden op carrière- en financiële risico’s. Het lijkt er dus op dat ondernemers eerder bereid zijn financiële risico’s te nemen maar dat ze terughoudend zijn als het erom gaat hun sociale status of gezondheid in gevaar te brengen. Bovendien toonde de data aan, en dat in tegenstelling met de bestaande literatuur, dat ondernemers niet meer gematigd roldoorbrekend gedrag vertoonden tijdens hun adolescentie dan niet-ondernemers.
Eén verklaring voor deze onverwachte resultaten zou kunnen zijn dat eerdere studies vertekend werden door een sociale wenselijkheidsbias. Ten tweede was de schaal die werd gebruikt in onze studie gebaseerd op eerdere studies in de Verenigde Staten, en het zou kunnen dat de culturele verschillen tussen de Verenigde Staten en België deze particuliere meetschaal voor roldoorbrekend gedrag ongepast maakte in de context van de Belgische cultuur. Zo worden bier- en cannabisconsumptie bijvoorbeeld als min of meer ernstige strafrechtelijke delicten beschouwd in de Amerikaanse normen terwijl de Belgische maatschappij hier meer tolerantie voor vertoont.
Tenslotte suggereert de data het bestaan van sector-conditionering. De online service-sector vindt zichzelf voortdurend opnieuw uit, innovatieve technologische ontwikkelingen zijn een constante en het internet trekt op dagelijkse basis nieuwe concurrenten aan met nieuwe ideeën. Al deze externe druk kan betekenen dat als een startup succesvol wilt zijn, deze geleid moet worden door individuen die niet bang zijn om de bestaande grenzen te verleggen. Startups die actief zijn in de online service-sector zouden dan ook niet enkel ondernemers maar ook werknemers die roldoorbrekend gedrag vertonen aantrekken.
Een laatste interessante bevinding is de intermediërende rol die wordt gespeeld door de perceptie van geld. Deelnemers aan het loterijspel merkten op dat hun beslissingen werden beïnvloed door hoeveel waarde ze aan geld hechten, eerder dan door hun eigen risicotolerantie. Dit betekent dat iemand die in een financieel achtergesteld gezin werd opgevoed een meer conservatieve houding tegenover financieel risicogedrag zou kunnen ontwikkelen, zonder dat dit enige impact heeft op zijn of haar algemene risicotolerantie.
Waarom is dit belangrijk? Beleidsmakers benadrukken het belang van het promoten en stimuleren van ondernemingszin bij jongeren om de volgende golf van ondernemers te ontwikkelen. De educatieve uitdaging is verbinding te maken met tieners zonder hun natuurlijke zin voor risicogedrag te ontmoedigen.